Woord van de pastoor

Vrienden,

De kans is groot dat wanneer u dit artikeltje leest u nog aan het bijkomen bent van het Carnaval dat de afgelopen dagen is gevierd. Hoewel Carnaval -anders dan wel eens wordt beweerd- niet een kerkelijk feest is, heeft het wel zijn oorsprong in een voor de Kerk erg belangrijke periode van het jaar, namelijk de Vastentijd.

De avond voordat de 40 dagen durende boetetijd van de Kerk begint wordt wel Vastenavond genoemd. Het is van oudsher het moment waarop mensen zich nog één keer flink te goed doen aan lekkere spijzen en dranken voordat met Aswoensdag de soberheid begint. Deze ene avond groeide de laatste 70 jaar uit tot het huidige Carnaval, dat inmiddels meerdere avonden en op sommige plaatsen zelfs meerdere weken wordt gevierd.

Een leven zonder feest is kaal en daarom is het goed dat de sleur van alledag af en toe met een feest wordt doorbroken. Omgekeerd is een leven met alléén maar feest misschien nog wel kaler. Met reden heeft de Kerk daarom al eeuwenlang de traditie om op weg naar het grootste feest van het hele jaar Pasen, eerst grondig tot bezinning te komen over de betekenis daarvan.

Vóórdat Jezus zijn openbare leven inging trok Hij zich veertig dagen terug in de woestijn, om zich daar volledig op zijn hemelse Vader en zijn ophanden zijnde missie te kunnen richten. In de Bijbel lezen we dat in die periode de duivel hem herhaaldelijk komt bezoeken om Hem te verleiden zijn heilig leven op te geven en te kiezen voor aardse macht en genot. Een zelfde periode trekt ook de Kerk zich wereldwijd jaarlijks terug om zichzelf te zuiveren en te verdiepen. Om zich te bezinnen op dat grote mysterie van Pasen waarbij we vieren dat Jezus dwars door de dood heen, naar een nieuw en altijddurend leven trekt.

In deze veertigdagentijd staan drie pijlers voor alle gelovigen centraal: gebed, vasten en naastenliefde. Dagelijks willen we tot echte bezinning en gebed komen om zo de Heer steeds meer tot middelpunt van ons leven te maken. Dagelijks geven we door te vasten een deel van het aardse genot, zoals eten, op om onze honger naar het hemelse te laten groeien . Dagelijks ook proberen we heel bewust iets goeds of liefdevols voor elkaar te doen, want we kunnen niet van God houden zonder dat we niet ook meer van elkaar gaan houden.

Of u nu de komende Vastentijd met grotere regelmaat ook naar de doordeweekse Missen komt. Of u nou weer eens een Bijbel uit de kast pakt en er elke dag een paar minuten in leest. Of u nou eens een paar uur per dag uw telefoon of internet uitlaat om echt ruimte te maken voor stilte en gebed. Het maakt niet zo gek veel uit hoe u vorm geeft aan de Vastentijd, zolang u maar twee dingen duidelijk voor ogen houdt: ten eerste zorg dat u het echt vóelt; dat het u echt iets kost. Ten tweede doe het vanuit liefde, ofwel “doe het van harte”, dan zult u zien dat u over 40 dagen echt een ander Pasen zult vieren.

Ik wens u allen een hele gezegende Vastentijd toe!